De strijd om de Europese Gouden schoen is dit seizoen bijzonder spannend. De laatste jaren ging de trofee telkens naar La Liga, al moest Cristiano Ronaldo de trofee twee seizoenen geleden wel delen met Luis Suarez. Twee mannen die ook dit seizoen tot de kanshebbers behoren om de trofee in hun prijzenkast te mogen zetten.
Het is een verrassende naam die momenteel aan de leiding staat in de strijd om de Gouden Schoen, de trofee voor de topschutter over de verschillende Europese velden heen. Jonas doet voorlopig beter dan de toppers uit La Liga. De aanvaller van Benfica is er intussen al 31, maar scoort dit seizoen aan de lopende band. Alleen al in 2016 zit hij aan 17 doelpunten.
29 goals in 27 wedstrijden: ronduit indrukwekkend en cruciaal voor Benfica, dat verwikkeld is in een ultraspannende titelstrijd met Sporting Lissabon. De kloof tussen beide teams bedraagt amper twee punten.
Jonas staat al een tijdje op de eerste plaats, maar moet die intussen delen met een andere sluipschutter. Gonzalo Higuaín is dit seizoen in topvorm en houdt zowat op zijn eentje de titeldroom van Napoli in leven. De Argentijn zit ook aan 29 treffers, al had hij daar wel 30 matchen voor nodig.
Van een spannende titelstrijd is er in Spanje geen sprake. Barcelona leed afgelopen weekend dan wel puntenverlies, maar toch breidden de blaugranas hun voorsprong op de eerste achtervolger verder uit. Wie topschutter, of pichichi, wordt in La Liga, is een veel groter vraagteken.
Eén ding is zeker: wie de meeste doelpunten scoort in de Primera División, heeft ook een uitstekende kans om de Gouden Schoen te winnen. Het is al van 2007-2008 geleden dat de prijs niét naar La Liga ging. Toen was het Cristiano Ronaldo die als speler van Manchester United op de eerste plaats eindigde. Voorlopig is het opnieuw de Portugees, nu uiteraard als vertegenwoordiger van Real Madrid, die aan de leiding staat in de topschutterstand.
De Portugees zit momenteel aan 30 treffers. Daarmee ligt zijn gemiddelde wel beduidend minder dan vorig seizoen. Toen scoorde hij liefst 48 doelpunten in 35 partijen. Nu zit hij aan een gemiddelde van 0.93 doelpunten per wedstrijd, ook niet slecht uiteraard. Hij heeft nog acht wedstrijden om zijn gemiddelde op te krikken.
De concurrentie komt, hoe kan het ook anders, uit Barcelona. Messi, Suarez en Neymar staan allen in de top-tien, maar het is de Uruguayaan die de beste cijfers kan voorleggen. In zijn tweede seizoen bij de Catalanen, zijn eerste volledige, zit hij al aan 26 doelpunten. Daarvoor had hij 28 wedstrijden nodig.
Een andere man die nog kans maakt op de Gouden Schoen is Zlatan Ibrahimovic. Met zijn vier doelpunten in de kampioenswedstrijd van PSG maakte hij een heuse sprong in het klassement. De Zweed staat voorlopig op de vierde stek, met 27 doelpunten. Vijf toppers voor één prijs dus, al is het ook nog niet volledig uitgesloten dat mannen als Lewandowski of Messi nog serieus uit hun slof schieten en zich in de strijd mengen.